Tien praktijktips voor veilig internetgebruik.

Tien tips voor een veilig internetgebruik.

Tien tips voor een veilig internetgebruik.

Het internet is in de grond even veilig als het dagelijkse leven. Toch horen we soms over hackers, stelen van codes, phisting, enz. Meestal zijn misbruiken echter het gevolg van het nonchalant gedrag van de gebruikers. Een aantal eenvoudige tips volstaan voor een veilig gebruik van het internet.

Hoe veilig is het internet?

Laat ons zeggen dat het internet even veilig is als de normale maatschappij waarin we leven. Ook in de werkelijke wereld gebeuren ongevallen, onvoorziene omstandigheden, diefstal of vandalisme. Al deze zaken kennen we eveneens in de virtuele wereld. Eerlijkheidshalve wil ik wel zeggen dat de mogelijkheid steeds zal blijven dat echt gespecialiseerde, hoogtechnologische internetmisbruikers onrechtmatig toegang nemen tot computers of programma’s. Maar als bepaalde banken of zelfs overheidsinstanties zoals FBI of nationale veiligheidsdiensten soms bezoek krijgen van internetpiraten, kan dit nooit 100 % worden uitgesloten.

Maar voor de modale internetgebruiker volstaan een aantal basistips om zo veilig mogelijk het internet te gebruiken. Net zoals we deze ook toepassen voor b.v. de beveiliging van onze woning of het goed gebruik van onze bankkaarten. Moeilijker dan dat is het niet en het houdt zeker de occasionele gelegenheidsdief of -hacker tegen. Hou daarom rekening met de volgende praktijktips voor veilig internetgebruik.

Tien praktijktips voor een veilig internetgebruik.

  1. Beveilig je eigen computer en bestanden met paswoorden. Gebruik een hoofdpaswoord om je computer op te starten. Belangrijke programma’s of toepassingen kan je nog een apart paswoord meegeven zodat de toegang tot deze informatie extra beveiligd is. Wil je heel zeker zijn, dan encrypteer je de informatie. Dat noemt soms ook versleutelen en het maakt dat de informatie gewoonweg onleesbaar en onkraakbaar wordt zonder de juiste codes.
  2. Hang zeker geen paswoorden, login gegevens of beveiligingsinformatie met post-it’tjes aan je scherm. Leg ook nooit notitieblaadjes met deze informatie los onder je vloeiblad of bloot in een lade nabij je computer. Hou ze bij voorkeur steeds bij je.
  3. Wil je ze toch ergens bewaren waar meerdere gebruikers ze kunnen vinden, leg ze dan afzonderlijk van de apparatuur. Liefst in een andere kamer en zeker niet in een map die duidelijk gelabeld is als “Toegangscodes – strikt vertrouwelijk”. Bewaar ze anoniem en discreet.
  4. Geef je codes nooit aan derden door. Doe dit zelfs niet aan mensen die je volledig vertrouwt of voor maar één maal. De enige geheim dat veilig is, is dat wat enkel door jou gekend is en nooit uitgesproken is. Dat telt ook voor computercodes.
  5. Gebruik niet steeds hetzelfde wachtwoord maar gebruik telkens een ander voor een nieuwe toegang. Het is inderdaad gemakkelijk als je maar een of een paar codes hoeft te onthouden. Maar op de duur lekt ook het best bewaard geheim uit. En als je steeds dezelfde code gebruikt, zijn plots al je programma’s toegankelijk als je maar 1 paswoord gebruikt.
  6. Sla je paswoorden niet automatisch op in een paswoordenbestand. Maak je zelf een file aan met codes, noemt dat dan niet “paswoorden” of “logincodes”. Dat zijn nl. de eerste zaken die een computerkraker zal zoeken en ze zijn meestal vrij gemakkelijk om te openen. Het is het equivalent van de sleutel onder de mat bewaren of in een bloempot bij de deur. Hoogst onveilig dus.
  7. Verander regelmatig je hoofdpaswoorden en de login codes voor je belangrijkste programma’s. Doe dit minium eenmaal per kwartaal. Zit je in een omgeving waar veel mensen langskomen, en werk je aan belangrijke informatie, dan wijzig je best wekelijks of maandelijks je toegangscodes. Dat is wel het minimum voor een acceptabele beveiliging van vitale gegevens.
  8. Wijzig steeds het standaard paswoord dat je ontvangt van de leverancier samen met een nieuw apparaat of een nieuw programma. Zo’n algemeen paswoord, type 0000 of 1234, is dan ook standaard. M.a.w. iedereen die een gelijkaardig merk of apparaat koopt, krijgt hetzelfde paswoord om mee te starten. Deze standaardcodes zijn door vrijwel iedereen gekend. Ze zijn ook de eerste codes die een computerinbreker zal proberen want meer dan de helft van de mensen wijzigt ze toch niet.
  9. Sluit steeds je programma’s volledig af na gebruik of als je even je werkplaats verlaat. De enige computer die onkraakbaar is, is deze die uit staat en niet in een netwerk ingeschakeld is. Zo ook voor programma’s. Kijk daarom steeds goed na dat je werkelijk uitlogt (logg off) om een programma af te sluiten. Vaak klikt men immers weg zonder afsluiten zodat de toepassing nog wel actief, en eigenlijk toegankelijk, blijft. Of nog erger, soms laten mensen zelfs gewoon hun computer een tijdje onbeheerd en open op hun werkplek staan.
  10. Beveilig je computer en programma’s met degelijke beveiligingsprogramma’s én hou ze up-to-date door ze regelmatig bij te werken. De meest gekende programma’s zijn een goede virusscanner, anti-virus programma’s om virussen van je schijf te verwijderen, een firewall en anti-phisting programmatuur. Vraag hier raad aan je hardware- of computerleverancier want zo anticipeer je op eventuele dreiging en inbraak.

En als je toch het slachtoffer bent van een computerinbraak?

Als je vermoed dat iemand ongeoorloofd toegang genomen heeft tot je computer of je bestanden dan neem je best direct contact op met je computerspecialist. Elke actie die met je computer gebeurt wordt automatisch bijgehouden in logfiles. Dus telkens er gebruik is gemaakt van je computer is dit terug te vinden. Zo kan men o.a. checken wanneer (uur) er gewerkt is op je systeem, door wie (id-code), welke programma’s er geopend zijn en welke acties (downloaden, printen, doorsturen, …) er gebeurd zijn. Dat geeft je een vrij accurate indicatie van wat er gebeurd is en bevestigt of ontkent je vermoedens van fraude.

Ben je het slachtoffer van hackers, phisting of malware, dan kan je ook de overheid hiervan verwittigen. De federale politie heeft een speciale afdeling, de Federal Computer Crime Unit (FCCU) die zich met dergelijke misdrijven bezig houdt. Hun doel is om de burgers in onze maatschappij te beschermen tegen alle vormen van cybercriminaliteit. Deze dienst heeft ook regionale afdelingen, de Regional Computer Crime Units (RCCU). Je kunt op hen beroep doen voor het melden van misdrijven, maar ook voor het uitvoeren van “forensische ICT onderzoek” op je PC apparatuur, gegevensdragers, netwerken, enz.

Meer informatie hierover vind je ook op de website van de federale politie www.fedpol.be onder “computercriminaliteit” van de rubriek “criminaliteit”.